Niet te geloven! Bellen met God.

Niet te geloven! Bellen met God.

Ik bezocht hem in een verzorgingshuis, hier in Soest. Hij had zijn leven lang hard gewerkt als aannemer. Stukjes grond gekocht, huizen erop gebouwd en weer goed verkocht.Op deze manier had hij al zijn zeven kinderen een eigen huis kunnen geven!

Nu was hij oud. Zijn vrouw was van hem gescheiden. Zijn kinderen kwamen niet meer langs. Eenzaam, levensmoe en verslaafd geraakt aan de alcohol. Boven op de kast lag een grote voorraad lege wijnflessen. Het leven hoefde niet meer voor hem.

Hij had de spijker al uitgezocht en het stuk touw lag klaar. Ach, als aannemer wist hij zo’n karwei wel te klaren.

Hij was niet christelijk opgevoed en nooit naar de kerk gegaan. Het leven had hem veel succes gebracht, maar geen geluk.

In die periode kreeg hij bezoek van een neef uit Australië. Ik weet niet wat ze precies bespraken, maar ik vermoed dat het over God ging. Terug in Australië belde de neef hem op. Dat telefoontje raakte hem. De ervaring dat je gewoon kon bellen met iemand aan de andere kant van de wereld triggerde de aannemer. Hij dacht: Als dit kan zou je dan ook met God kunnen spreken?

Nu hij toch een eind aan zijn leven ging maken, wilde hij die poging nog wel een keer wagen. Dus belde hij God en zei: “Als u echt bestaat, laat het me dan duidelijk weten, anders maak ik er nu een eind aan.” Het touw lag immers al klaar. God reageerde echter subiet.

Wat er precies gebeurde weet ik nog steeds niet, maar de aannemer had een heel bijzondere ervaring. Iets met licht. Het overtuigde hem dat God wel degelijk bestaat. Het touw en de spijker werden in ieder geval niet meer gebruikt. Allerlei nieuwe gedachten schoten hem door het hoofd. “Als God dus echt bestaat en naar mij luistert dan kan ik hem ook mijn alcoholverslaving voorleggen.” En praktisch als de aannemer was, legde hij God deze vraag direct voor. En vanaf dat moment taalde hij niet meer naar de wijn. In een klap was zijn probleem opgelost.

Nu hij de smaak te pakken kreeg sprak hij met God ook over zijn slaapproblemen. En vanaf dat moment slikte hij geen enkele slaappil meer. Hij sliep weer als een jonge vent. In zijn enthousiasme over God probeerde hij zijn verhaal aan de andere bewoners in het verzorgingstehuis te vertellen. Ze namen hem niet serieus en vonden hem maar een vreemde vent.

De aannemer zag echter de jaren daarna zijn leven opbloeien. De relatie met zijn kinderen verbeterde en ook zijn vrouw zocht hem weer op. Vijf jaar later stierf hij een natuurlijke en vredige dood.

Het is dat ik de aannemer zelf geproken heb anders zou ik het niet geloven.

Leen Lievaart

Reageren niet mogelijk.