De passie van burgervader Rob Metz
Als ik burgemeester Metz in zijn kantoor van het welbekende gemeentehuis naar zijn passies vraag, heeft hij al snel een antwoord paraat: “Ik heb zoveel passies. Het lokaal openbaar bestuur is één van die passies. En het is mooi als je van je passie je beroep kunt maken.”
Waar komt die passie vandaan? Als voorzitter van een ondernemersvereniging in Amersfoort kwam burgemeester Metz voor het eerst in aanraking met lokaal bestuur. Hij moest voor deze raad een plan aan het gemeentebestuur aanbieden, en vertelt daarover: “Ik vond dat ze het niet handig aanpakten.” Maar het motiveerde de burgemeester wel om zich in lokale politiek te verdiepen. “Ik werd enthousiast en heb me aangesloten bij de lokale fractie van de VVD in Apeldoorn.”
Raakvlak
Metz noemt twee dingen die hij leuk vindt aan de lokale politiek. Het politieke spel en de inhoud. “Je besluit over dingen die mensen daadwerkelijk raken. Of het nou over een bestemmingsplan gaat of over het verstrekken van uitkeringen. Je hebt heel direct raakvlak met de lokale samenleving.”
Metz legt uit hoe zijn passie is ontstaan: “Ik heb me echt helemaal stukgelezen aan documenten om teontdekken wat een gemeente nou eigenlijk doet. En dat was veel meer dan ik had gedacht. Paspoorten en rijbewijzen zijn wel bekend, maar we hebben ook een economisch beleid, een welzijnsbeleid en een minderhedenbeleid. Daar naast zijn we bijvoorbeeld ook nog bezig met sport en cultuur.”
Over de passie van besturen kan Metz eindeloos praten. Maar in de praktijk heeft hij als burgemeester de taak om veel meer te doen: “Ik vind het heel bijzonder als ik bij een honderdjarige op bezoek mag komen. Die mensen hebben zo veel te vertellen. Uiteindelijk gaat het mij om de mensen.” Hij komt zelf tot de conclusie dat daar dan de echte passie tevoorschijn komt, want “daar komen het politieke spel, de inhoud en de mensen bij elkaar.”
Verschillende petten
Hieruit blijkt dat een burgemeester heel veel rollen heeft. Ter illustratie pakt hij een strip van Floris Oudshoorn, die de verschillende petten van de burgervader mooi laat zien. “Ik doe heel veel dingen. Zo heb ik straks een veiligheidsoverleg, waarbij ik verantwoordelijk ben voor een deel van de inzet van de politiecapaciteit.
En op Koningsdag mag ik Koninklijke Onderscheidingen uitreiken. Dat is fantastisch.” “Dan ben ik geen mens meer, dan ben ik functionaris geworden.”
Direct na deze uitspraak vertelt hij lachend iets genuanceerder: “Ik ben dan nog steeds een mens, maar voor andere mensen ben ik op het moment dat ik de ambtsketen omdoe de burgemeester. Maar daar zit nog steeds wel een naam en een mens achter.”
Metz ziet dit vanuit zijn eigen perspectief anders: “Op het moment dat ik ’s ochtends voor de spiegel mijn haren kam, dan probeer ik wel representatief te zijn. Want ik moet vervolgens die dag namens de Koning die onderscheidingen uitreiken.”
De mens Rob
Maar ook al zet de burgemeester bij elke gelegenheid een andere ‘pet’ op, er blijft altijd nog ‘een Rob’ onder zitten. De burgemeester vertelt wie de mens Rob is: “Ik ben denk ik een heel dienstbaar mens, dus het werk gaat heel snel voor. Maar ik probeer toch altijd te zoeken naar een balans tussen gezin en werk.” De vrouw van Metz heeft twee dochters van 8 en van 10. “Zij gaan dan bijvoorbeeld mee naar zo’n lintjesregen. Dan zijn het burgemeestersdochters. Ik vind het geweldig dat ze er bij zijn en dan ben ik toch ook vooral Rob, want die is dan ontzettend trots op z’n eigen meiden.”
Het dienstbare wat voor Metz op zijn werk erg belangrijk is, komt ook thuis tot uiting. Hij vertelt: “Daar ben ik eigenlijk ook heel verzorgend, maar ook wel eens lastig hoor. Ik maak vaak lange dagen en als ik dan vrijdag thuis kom ben ik echt kapot. Eigenlijk heb ik dan wat slaaptekort, maar ik ga niet direct naar bed. Dat is wel heel ongezellig… ik neem altijd nog even de dag door met mijn vrouw. En de volgende ochtend sta ik weer langs de lijn, want de meiden voetballen. Dat is een moment van ontspanning. Dan sta ik in mijn spijkerbroek naast het veld. Dan ben ik echt papa.”
Burgervader
Papa zijn gaat voor Metz verder dan zijn stiefdochters toejuichen langs de lijn van het voetbalveld. Men zegt wel eens dat een burgemeester ook een burgervader is. Die link ziet Metz wel: “Ik ben vorige week bij een vrouw geweest die was overvallen. Ik vind dat ik daar dan naar toe moet. Daar ga ik dan echt in mijn rol als burgervader heen. Dan probeer ik troost te bieden. Deze vrouw was hartstikke stoer, maar vindt het dan toch wel fijn dat je daar als burgemeester even bent.” Toch is Metz daar niet als zichzelf, maar als burgemeester.
“Je levert wel wat in,” vertelt hij. “Je bent altijd burgemeester. Ook als ik in de supermarkt loop, en mensen in mijn mandje meekijken wat Rob allemaal gaat eten vanavond.” Metz merkt op dat hij in zijn rol als burgemeester niet zo veel vraagt: “Nee, want dan kom ik brengen. Bijvoorbeeld in die bezoeken waar ik het net over had. Dan kom ik mezelf brengen. Dan breng ik troost.” Iets brengen is in dit geval vooral interesse hebben. Maar: “Natuurlijk kom ik ook wel eens wat vragen. Als ik kom praten over noodopvang bijvoorbeeld, dan vraag ik ook iets. Dan vraag ik mensen om zo’n opvang te accepteren.” “Thuis vraag ik ook,” gaat Metz verder. “Daar ben ik gewoon mens, net als ieder ander. Dan vraag ik ook gewoon genegenheid en warmte van anderen. Maar als functionaris verwacht ik niet dat mensen een stap voor mij gaan doen. Ze hoeven niet allemaal van mij te houden.”
Buiten de schijnwerpers
Zijn privéleven is volgens Metz alleen ‘op eigen erf’ nog echt privé. Metz vindt het daarom juist belangrijk om het verschil tussen die twee levens wel te handhaven. De vrouw van de burgemeester is ook niet langer meer de ‘burgemeestersvrouw’: “Vroeger was het twee voor de prijs van een, maar mijn vrouw heeft ook een fulltime baan.” Toch vraag ik hoe het privé-leven van de burgemeester er uit ziet. “Ik besteed mijn vrije weekenden het liefste met mijn gezin,” antwoordt Metz. En hobby’s? “Haha, ja die heb ik ook heel veel. We hebben pony’s aan huis. Ik ben echt een buitenmens.“
In het witte, moderne kantoor van burgemeester Metz komen zijn andere interesses tot uiting. Van de dingen die er staan, zijn er een aantal van het Nationaal Militair Museum. Een miniatuur-informatiezuil en foto’s van straaljagers.
PASPOORT
Naam: Rob Metz
Leeftijd: 57
Woonplaats: Soest
De burgemeester is op 1 juni jongstleden getrouwd.
Hij heeft een zoon (23) en twee stiefdochters (8 en 10)
Geloof en kerk
Metz ziet zichzelf als een gelovig persoon. “Ik ben er absoluut van overtuigd dat er meer moet zijn dan wat wij kunnen zien. En ik denk wel dat in het geloof, en in veel religies, heel veel lessen zitten over waarden en normen. Als iedereen zich zou houden aan de tien geboden zou de wereld een stuk overzichtelijker zijn,” gniffelt de burgemeester. Toch is Metz niet bij een kerk aangesloten en hij zoekt de oorzaak daarvan in zijn jeugd. “Hoewel mijn moeder uit een streng gereformeerd nest komt, zou ik niet in de verstikkende sfeer van die verzuilde periode kunnen leven. Daar ben ik veel te rebels voor.” Maar het feit dat hij zich niet zo bij de kerk thuis voelt zegt niets over het belang van de kerk in Soest, vertelt hij: “Dat zegt iets over mij als mens. Ik heb heel veel moeite met instituties in de algemene zin,” waarna hij schaterlachend de ironie inziet van het feit dat hij bij de gemeente werkt.
Levensvragen
“De rol van de kerk in de samenleving is superbelangrijk,” vertelt Metz. “Ze geeft bijvoorbeeld antwoord op heel veel zingevingsvraagstukken waar wij allemaal mee worstelen. Iedereen kan wel roepen dat het niet zo is, maar bij een begrafenis zie je bijvoorbeeld dat heel veel mensen worstelen met die levensvragen. En ik denk dat de kerk en het geloof daar een hele belangrijke rol in spelen.” Dat inzicht gebruikt de burgemeester bij het besturen van Soest. “Beter een goede buur dan een verre vriend, dat is in de huidige geïndividualiseerde samenleving niet meer aan de orde. We hebben allemaal een mobiele telefoon en kunnen makkelijk reizen. Dat maakt dat natuurlijke netwerken nu anders zijn, terwijl de behoefte aan zo’n netwerk er nog steeds is. Ik probeer de kerken daar ook bij te betrekken, door netwerken die al in de samenleving bestaan opnieuw en op andere manieren aan elkaar te knopen.”
Wat zou Soest zijn zonder kerken? “Dat zou ik me helemaal niet kunnen voorstellen,” antwoordt Metz beslist. “Als je bijvoorbeeld ziet wat er hier vanuit de kerken wordt georganiseerd als het gaat om mantelzorg en ouderenzorg. Soest zonder kerken zou eigenlijk zijn alsof je het cement tussen de stenen van het huis uithaalt.”
Interview: Joram Appel
VUUR toont geloof en passie van bekende en niet-bekende Soesters. Het tijdschrift verscheen 4x per jaar en wordt uitgegeven door de Protestantse Gemeente Soest.
Reageren niet mogelijk.